Het team van KC Antonius in Best ging grondig te werk in hun zoektocht naar een nieuwe methode voor technisch en begrijpend lezen. Het resultaat? Een methode voor lezen én taal.
Gitte, leerkracht en taalcoördinator op KC Antonious: ‘Er was een heleboel te doen rondom leesonderwijs en het verbeteren daarvan. Met het hele team hebben we ons verdiept in wetenschappelijke onderzoeken: wat werkt écht en wat moet een methode minimaal bevatten?’
Leesmotivatie was een van de speerpunten. ‘Ons doel was dat kinderen weer met plezier zouden lezen. We vinden het ook belangrijk dat kinderen langere tijd met één thema bezig zijn, en dat je ook taal en schrijven daaraan verbindt.’
Met haar collega’s onderzocht Gitte welke methodes aan het geschetste plaatje voldoen. Gitte: ‘Toen vielen alle gewone leesmethodes af. Alleen de Leerlijn en een andere methode bleven over.’
‘We hebben de Leerlijn een maand uitgeprobeerd’, vervolgt ze. ‘We waren er met z’n allen vrij snel over uit: dit past bij ons. Deze methode neemt ons mee en geeft een duidelijke houvast.’
Gemotiveerde leerlingen én leerkrachten
Een van de speerpunten was dat leerlingen gemotiveerd zouden worden om te lezen. Dat is gelukt. Gitte: ‘We zien dat kinderen genieten, van het zelf lezen maar ook van de voorleesmomenten. Ze smullen van boeken.’
Ook de leerkrachten zijn blij met de methode. ‘We ontdekken nieuwe kinderboeken en kunnen leerlingen boeken aanraden die aansluiten bij hun interesses, een thema of hun leesniveau’, zegt Gitte.
Een uitgebreide schoolbibliotheek
De methode adviseert voorleesboeken én leesboeken bij elk blok. ‘In één klap hadden we een uitgebreide schoolbibliotheek’, zegt Gitte. ‘Er is nu veel meer keuze; kinderen lezen niet alleen meer Het leven van een loser en De waanzinnige boomhut.’
Schrijven en voorlezen van eigen verhalen
De methode laat kinderen ook zelf verhalen schrijven. Gitte vertelt: ‘Kinderen in groep 3, 4 en 5 zijn minder gereserveerd en proberen het gewoon. In de bovenbouw moesten kinderen even wennen, maar na verloop van tijd vonden ook zij het schrijven en voorlezen van hun eigen verhalen echt leuk.’
Natuurlijk vindt niet ieder kind het makkelijk om te schrijven. Gitte: ‘Tijdens een schrijfoefening wordt snel duidelijk wie extra ondersteuning nodig heeft. Die kinderen roep je even bij je, en met een beetje hulp komen ook zij met hun eigen verhaal.’ Tijdens de Kinderboekenweek organiseerde de school een schrijfwedstrijd. ‘Sommige kinderen werkten een uur lang aan hun verhalen, van soms wel vijf of zes pagina’s’, vertelt Gitte enthousiast.
Aansluiting bij wereldoriëntatie
De school werkt met Leskracht, een thematische leeromgeving voor wereldoriëntatie. Gitte merkt dat de Leerlijn Lezen en Schrijven hier goed op aansluit. ‘De thema’s van de Leerlijn zijn behoorlijk breed, dus je kunt veel haakjes vinden. Het eerste blok gaat over regels, afspraken, jij en ik: thema’s die perfect aansluiten bij de Gouden Weken.’
De Leerlijn biedt verdieping en verrijking op wat kinderen leren bij Leskracht. ‘Soms bouwen we voort op eerder geleerde stof, en soms leren kinderen iets heel nieuws dat daarbij aansluit. Zo hebben we in het blok gezondheid een tekst gelezen over sikkelcelziekte, terwijl we in Leskracht bezig waren met het urinestelsel en ademhalingsstelsel,’ legt Gitte uit.
Integratie met taal en spelling
KC Antonius gebruikte een aparte methode voor taal en spelling, maar is daarmee gestopt. Gitte: ‘We stelden onszelf de vraag: wat moeten we blijven doen en wat kunnen we laten vervallen? De conclusie was dat we de stellessen en woordenschatlessen konden schrappen, want die zijn al geïntegreerd in de Leerlijn. Spelling en grammatica bieden we apart aan.’
Van de vier taaluren bleven er twee over. Ook het aantal toetsen werd teruggebracht. ‘We nemen nu alleen nog de grammaticatoets af. De Meesterproef van de Leerlijn en de observaties in de klas leveren voldoende informatie voor de rest’, legt Gitte uit.
Ondersteuning voor elke leerling
Bij KC Antonius krijgen leerlingen op zorgniveau drie – zoals kinderen met dyslexie of NT2-leerlingen – extra begeleiding. Gitte: ‘Deze leerlingen krijgen twee keer per week een half uur extra voor lezen en spelling. Tijdens de lessen lezen en schrijven geven we visuele ondersteuning of preteaching, of laten we hen samenwerken met een sterke lezer.’
Sterke lezers krijgen juist meer uitdaging. ‘We laten hen de tekst vooraf lezen en geven opdrachten mee, zoals moeilijke woorden opzoeken, een samenvatting maken of vragen bedenken voor de klas’, legt Gitte uit.
Voorbereiding
Omdat dit het eerste jaar is dat de methode wordt gebruikt, bereidt het team elk blok samen voor. Gitte: ‘De handleiding is heel duidelijk. Je leest wat de bedoeling is en kunt meteen aan de slag.’
Moet je alle boeken zelf lezen? Gitte: ‘Voorleesboeken en zeker informatieve boeken, lees ik van tevoren. Dan kun je het leuker vertellen.’ Tijdens de lees-het-zelf-lessen voert de leerkracht leesgesprekjes met kinderen of leest zelf een boek. ‘Soms trigger je ze daarmee’, vertelt Gitte. ‘Een leerling zei laatst: ‘Juf, schiet eens op, dan kan ik dat boek ook lezen!’’
Meesterproef
Aan het eind van elk blok maken de leerlingen een Meesterproef, waarin zij hun kennis over het thema en hun schrijfvaardigheid laten zien. Op het evaluatieformulier noteert de leerkracht de bevindingen.
Gitte houdt ook bij wie extra ondersteuning nodig heeft, zowel bij lezen als bij schrijven. ‘Zo kun je de ontwikkeling van ieder kind goed volgen. Tijdens feedbackmomenten stel ik vragen als ‘Weet je nog waar je op moest letten? Heb je dat nu toegepast?’ Zo leren ze zichzelf steeds verbeteren.’ Leerlingen houden ook hun eigen ontwikkeling bij in een portfolio. Gitte: ‘Je ziet echt een verschil tussen wat ze maakten in blok 1 en wat ze allemaal hebben bijgeleerd in blok 3’.
Kennismuur
De kennismuur, met daarop nieuwe woorden, definities en informatie over het thema, biedt praktische ondersteuning in de klas. Gitte: ‘Tijdens de meesterproef kunnen kinderen even spieken om te zien hoe het ook alweer ging. Dat werkt goed. Na afloop van het thema laten we de basiskennis en de strategieën hangen. Zo kunnen kinderen daar in een nieuw blok weer op terugvallen.