Taalonderwijs wordt pas écht effectief als het betekenisvol en functioneel is. Leerlingen leren beter wanneer taallessen helpen om nieuwe kennis op te bouwen, verbanden te leggen en de wereld beter te begrijpen. Hoe bereik je dat? Het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) ontwikkelde een leidraad met concrete handvatten.
In de eerste kernaanbeveling stelt de NRO dat taalonderwijs pas effectief is wanneer het betekenisvol en functioneel wordt gemaakt. De Leerlijn Lezen en Schrijven van Taalklasse biedt deze betekenisvolle context en sluit daarmee aan bij deze aanbeveling uit de leidraad.
1. Kennisopbouw in combinatie met lezen en schrijven
De NRO-Leidraad stelt dat begrijpend lezen en schrijven verbeteren wanneer ze verbonden zijn aan kennisopbouw. Teksten krijgen pas echt betekenis als je ze koppelt aan de zaakvakken. Uit onderzoek blijkt dat leerlingen beter lezen én gemotiveerder zijn wanneer teksten bijdragen aan hun kennis over de wereld.
In de Leerlijn Lezen en Schrijven werken leerlingen met betekenisvolle thema’s die zowel hun taalvaardigheid als wereldkennis vergroten, zoals Rechten of Klimaat. Deze thema’s zijn relevant en verbinden lezen en schrijven met de zaakvakken. Zo zijn lezen en schrijven niet alleen vaardigheden, maar een middel om de wereld beter te begrijpen.
2. Lezen en schrijven met een doel
Taalonderwijs wordt pas echt betekenisvol als leerlingen weten waarom ze lezen en wat ze ermee kunnen doen. De NRO-Leidraad benadrukt dat lezen en schrijven effectiever zijn wanneer leerlingen een duidelijk doel hebben. Dit kan worden bereikt door het aanbieden van betekenisvolle verwerkingsopdrachten.
Daarom krijgen leerlingen in de Leerlijn Lezen en Schrijven altijd een opdracht die verder gaat dan ‘lees deze tekst en beantwoord de vragen’. Ze schrijven verhalen, bereiden een presentatie voor, voeren een discussie of bedenken een toneelstuk. Door leerlingen een concreet doel te geven, wordt lezen en schrijven effectiever en betekenisvoller.
3. Technisch lezen in een betekenisvolle context
Volgens de NRO-Leidraad zijn technisch lezen en spelling effectiever wanneer leerlingen deze vaardigheden toepassen in betekenisvolle contexten, bijvoorbeeld bij schrijfopdrachten. Spelling wordt versterkt als leerlingen actief bezig zijn met schrijven en woorden in hun eigen teksten kunnen toepassen.
In de Leerlijn Lezen en Schrijven behandelen we technisch lezen daarom niet los van de context, maar integreren we het in de teksten die leerlingen lezen en de opdrachten die ze uitvoeren. Zo leren ze woorden door ze daadwerkelijk toe te passen en verwerken ze nieuwe kennis actief.
4. (Voor)lezen voor taalvaardigheid en leesplezier
Voorlezen bevordert het leesplezier én de taal- en leesvaardigheid. De NRO-Leidraad benadrukt dat dagelijks voorlezen uit kwalitatief goede boeken essentieel is voor de taalontwikkeling. Het vergroot niet alleen de woordenschat en leesvaardigheid, maar helpt ook om nieuwe ideeën, verhaalstructuren en perspectieven te ontdekken.
In de Leerlijn Lezen en Schrijven is voorlezen dan ook een vast onderdeel van het programma. De boeken sluiten perfect aan bij de thema’s die in de klas worden behandeld. We maken gebruik van jeugdliteratuur van hoge kwaliteit en rijke teksten die taalontwikkeling stimuleren. Door voorlezen structureel in te zetten, komen leerlingen in aanraking met complexere taal en leren ze actief luisteren. Dit versterkt hun leesbegrip en motivatie.
De NRO wijst erop dat leesvaardigheid en leesmotivatie toenemen wanneer leerlingen zelf hun boeken kunnen kiezen. In de Leerlijn krijgen leerlingen de ruimte om boeken te kiezen die passen binnen het thema. Dit versterkt hun motivatie en leesvaardigheid, omdat ze kunnen kiezen wat hen echt interesseert.
Betekenisvol taalonderwijs dat werkt
Door leerlingen te laten lezen met een doel, te schrijven met een functie en teksten te koppelen aan de wereld om hen heen, maken we taal- en leesonderwijs niet alleen effectiever, maar ook leuker!